Kinderopvang en speelleergroep

Een kinderdagverblijf, gastouder, speelleergroep, buitenschoolse opvang... welke soorten kinderopvang zijn er voor kinderen van 0 tot 12 en hoe kies je? Wat leert je kind er? En hoe kun je je kind voorbereiden op de opvang?

Kinderopvang en speelleergroep

Je kind leert van de kinderopvang

Als je werkt, wil je je kind misschien aanmelden bij de kinderopvang. Het kinderdagverblijf, de speelleergroep (peuterspeelzaal), de buitenschoolse opvang en de gastouderopvang zijn fijne en veilige plekken voor kinderen. In deze soorten kinderopvang leren kinderen onder begeleiding van pedagogisch medewerkers. Door het contact met andere kinderen leren ze bijvoorbeeld samen spelen, samen eten, op hun beurt wachten, spullen delen en omgaan met ruzies. Ze doen er allerlei activiteiten zoals bijvoorbeeld liedjes zingen en knutselen. Kinderen kunnen er nieuwe dingen te proberen en te ontdekken en horen weer eens andere woorden. Er is speelgoed dat past bij hun leeftijd. Kinderopvang is dus goed voor de sociale vaardigheden en de ontwikkeling van zijn of haar taal, denken en doen. Bij een gastouder op oppas thuis zitten kinderen niet in een groepje met andere kinderen. Maar ze ervaren en leren ook van een andere volwassene nieuwe dingen.

Veilig op de kinderopvang

In de verschillende vormen van kinderopvang letten ze ook op de gezondheid van je kind. Om te zorgen dat de kinderopvang goed en veilig is, krijgen kinderopvangorganisaties, gastouderbureaus en gastouders controles van de GGD-inspectie.

 Soorten kinderopvang

Kinderdagverblijf (0 tot 4 jaar) Dit is opvang in groepen voor kinderen van 0 tot 4 jaar. Ze zijn meestal open tussen ongeveer 07.00 en 19.00 uur. De groepen zijn op leeftijd ingedeeld (horizontaal) of in een mix van verschillende leeftijdsgroepen (verticaal). Kinderen die moeite hebben met taal of andere hulp nodig hebben, kunnen hier ook voorschoolse educatie krijgen.  Speelleergroep / Peuterspeelzaal (2 tot 4 jaar) Vanaf 2 of 2,5 jaar kan je kind een paar dagdelen per week naar een speelleergroep. Vroeger heette dit peuterspeelzaal. Je kunt je kind ook aanmelden voor een speelleergroep als het al naar een kinderdagverblijf of gastouder gaat. Deze opvang heeft vaak goed contact met een basisschool vlakbij. Ze zorgen dat de stap naar de basisschool makkelijker gaat voor de peuters. Kinderen die extra aandacht nodig hebben voor bijvoorbeeld taal, kunnen hier voorschoolse educatie krijgen. Buitenschoolse opvang (BSO) (4 tot 13 jaar) Meestal vallen je werktijden niet gelijk aan de schooltijden van je kind. Als je vroeg weg moet, is er voorschoolse opvang vanaf ongeveer 7.30 uur tot de school begint. Naschoolse opvang is er vanaf het moment dat de school uitgaat tot minimaal 18.30 uur. De BSO zorgt dat kinderen veilig van school naar de opvang worden gebracht. Ook tijdens schoolvakanties en studiedagen van de school kan je kind terecht op de BSO. Op sommige BSO’s kunnen de kinderen bijvoorbeeld ook sporten, muziek maken of in een groentetuin werken. Tussenschoolse opvang /overblijven (4 tot 13 jaar) Tussenschoolse opvang is de opvang van kinderen op de basisschool tijdens de lunchpauze. Sommige scholen laten dit door een kinderopvangorganisatie doen. Op Rijksoverheid.nl lees je meer. Gastouderopvang (o tot 12 jaar) Dit is opvang in kleinere groepen bij een gastouder thuis. Gastouders zijn aangesloten bij een gastouderbureau. https://www.boink.info/paginas/openbaar/themapaginas/opvang-kiezen/gastouderopvang Gastouder aan huis / oppas / au pair (0 tot 13 jaar) Sommige ouders kiezen voor oppas aan huis. Bijvoorbeeld omdat ze meerdere kinderen hebben of buiten kantoortijden werken. Voor een oppas thuis kun je alleen kinderopvangtoeslag krijgen als deze via een geregistreerd gastouderbureau komt. Voor een particuliere oppas aan huis of bijvoorbeeld een au pair, die ook bij je inwoont, niet. Lees hier wanneer een au pair in Nederland mag werken.

Kiezen voor soort kinderopvang

Welke opvang past bij jouw kind? Een kleine of grote groep? En wanneer heb je opvang nodig? De werkuren van jou en je eventuele partner, je wensen en je kind bepalen ook welke soort opvang je kiest. De checklist van Watouderswillenweten.nl helpt je een keus te maken. Op Boink.nl lees je waar je op kunt letten bij een rondleiding en wat de kosten van kinderopvang zijn. Als werkende of studerende ouder krijg je kinderopvangtoeslag. Dat geldt alleen niet voor de tussenschoolse opvang en voor een oppas die niet via een geregistreerd gastouderbureau komt.

Wennen aan de kinderopvang

Gaat jouw baby naar een kinderdagverblijf of gastouder? Meestal kun je je baby al één of meer uren of dagdelen naar de opvang brengen vóórdat je weer aan het werk gaat. Dat is een fijne manier om je kind even te laten wennen. Afspraken over wennen kun je ook maken bij de speelleergroep. Gaat jouw baby naar de kinderopvang en krijgt hij of zij borstvoeding? Begin dan op tijd met je baby te laten wennen aan het drinken uit een fles.

Regels en ritme thuis en op de opvang

Heb je vragen over hoe een dag eruitziet op een kinderopvang? Hebben ze er andere regels dan bij jou thuis? Dat is handig om te weten. Je hoeft jouw regels en gewoontes thuis niet aan te passen aan de regels van de opvang. Ook jonge kinderen leren al snel dat dingen anders gaan op verschillende plekken. Een baby volgt ook op de kinderopvang zijn of haar eigen slaapritme. Maar peuters doen op de opvang  meestal allemaal tegelijk een middagslaapje. Het kan wel handig zijn om je peuter thuis ook op dat tijdstip naar bed te brengen. Nadat ze op de opvang zijn geweest, slapen sommige kinderen de volgende dag thuis langer.  Of ze worden 's nachts weer (vaker) wakker. Thuis is er minder achtergrondgeluid en je kind is misschien nog moe na een dag spelen met andere kinderen.

Geen zin hebben in de opvang

Kinderen leren veel van de opvang en hun begeleider op oppas. En kinderen vinden het vanaf de peuterleeftijd meestal leuk om met andere kinderen te zijn. Maar kinderen vinden het niet altijd leuk om naar de opvang gaan. Misschien ziet je kind altijd tegen dingen op? Vaak gaat het prima als je kind er eenmaal is. Neem je kind serieus en vraag hoe het kan dat hij of zij de opvang niet leuk vindt. Bespreek het ook met de leiding bij de opvang.

Twijfels over kinderopvang

Heb je geen goed gevoel over de kinderopvang van je kind? Misschien kost het eerst moeite om je kind los te laten. Net als je kind moet je zelf ook wennen. Misschien heb je het gevoel dat anderen nooit zo goed voor je kind kunnen zorgen als jijzelf. Op een gegeven moment gaan die gevoelens over. Dan zie je ook de goede kanten van de opvang. Blijf je twijfelen? Vraag ook eens naar ervaringen van andere ouders. Heb je dan nog steeds geen goed gevoel over de opvang van je kind? Bespreek dan waar je mee zit en wat jouw verwachtingen zijn met de begeleiders van de kinderopvang. Misschien hebben jullie verschillende ideeën over wat belangrijk is in verzorging, opvoeding of veiligheid van kinderen. Levert dat niets op, dan kun je eens gaan kijken bij een andere opvang. Neem je gevoelens in ieder geval serieus en praat erover.