Verdriet
De cavia is dood! Mijn nieuwe bal is stuk! Wanneer kinderen iets heel belangrijk vinden, kunnen ze veel verdriet hebben als daar iets naars mee gebeurt. Meestal huilt je kind als het verdrietig is, maar het kan ook dat je kind heel boos reageert of juist heel stil wordt.
Huilen van verdriet
Baby’s huilen uit zichzelf als hen iets dwars zit of als ze je nodig hebben. Ook peuters kunnen hun gevoel nog niet goed met woorden laten merken. Daarom huilen ze als ze boos of verdrietig zijn en troost nodig hebben. Hoe ouder je kind wordt, hoe meer controle hij of zij heeft over emoties. Je kind heeft huilen daarvoor steeds minder nodig. Het hele leven blijft huilen een goede manier om van mensen om je heen troost en steun bij je verdriet te krijgen. Misschien is huilen ook een natuurlijke manier om spanning kwijt te raken. Als je merkt dat je kind wel wíl huilen, maar het van zichzelf niet mag, vertel dan dat huilen niets te maken heeft met niet stoer zijn. Geef je kind een compliment als hij of zijn het verdriet laat zien of erover vertelt. Het maakt niet uit of dat met huilen of woorden is. Soms blijven kinderen lang huilen en hebben ze moeite om te stoppen, ook al willen ze dat zelf wel. Als dat zo is, help je kind dan met stoppen. Tijdens het troosten en de knuffels kun je je kind helpen weer controle te krijgen. Dit kan bijvoorbeeld door een slokje water te geven of je kind even diep in- en vooral uit te laten ademen. Geef je kind een compliment als het hem of haar lukt zo weer rustig te worden.Hoe ga je om met het verdriet van je kind?
- Laat je kind gerust verdrietig zijn.
- Leid je kind niet af van het verdriet en maak er zeker geen grapjes over.
- Neem het verdriet van je kind serieus. Het is belangrijk dat je kind het verdriet kan laten zien, het kwijt kan. Als je kind verdriet binnenhoudt, kan hij of zij er zelfs lichamelijk last van krijgen, bijvoorbeeld buikpijn krijgen.
- Troost je kind en praat samen over het verdriet. Vraag je kind wat kan helpen om zich weer beter te voelen. Dat kan een dikke knuffel zijn of bijvoorbeeld samen naar buiten gaan, of een boek lezen.
- Praat met je kind over zijn of haar gevoelens terwijl je met iets anders bezig bent: onderweg in de auto, tijdens het samen opruimen van de kamer van je kind. Soms gaat dat makkelijker.
- Luister naar je kind als hij of zij vertelt over het verdriet. Als je kind zelf de woorden niet kan vinden, probeer het verdriet dan voor je kind te verwoorden: “Ik snap dat je verdrietig bent, omdat je beste vriend gaat verhuizen. Zullen we vragen of hij komt logeren in de vakantie?”
- Kinderen kunnen ook blijven hangen in hun verdriet. Of ze kunnen al bij kleine tegenslagen erg verdrietig zijn. Als dat gebeurt, kun je je kind helpen zelf oplossingen te zoeken voor zijn of haar gevoelens. “Wat jammer dat je bal kapot is, want je vond hem heel mooi, hè? Denk je dat we een andere mooie bal kunnen vinden?”
- Als je kind groter wordt, leert hij of zij dat verdriet ook weer voorbij kan gaan. Vanaf 9 jaar kunnen de meeste kinderen beter met verdriet omgaan. Ze begrijpen dan meer en kunnen er beter over praten.
- In het artikel Rouwen lees je meer over omgaan met groot verdriet, bijvoorbeeld als oma overlijdt.