Wandelen met baby

Wandelen met je baby is altijd fijn, of het nu zomer of winter is. Er zijn verschillende mogelijkheden. Dat is afhankelijk van de leeftijd van je kind en waar je wilt gaan wandelen. Hieronder vind je een aantal veiligheidstips voor als je je kind mee naar buiten neemt.

Wandelen met baby

Kinderwagen

Je kunt je baby al snel mee naar buiten nemen, ook als je baby nog heel klein is. Maar wel op een veilige manier natuurlijk! Ongeveer tot de leeftijd van zes tot negen maanden kun je je baby mee uit wandelen nemen in de kinderwagen. Omdat een kinderwagen een platte bak heeft, ligt je kind er veilig in. Kinderwagens beschermen ook goed tegen te veel licht en schokken. Gebruik de kinderwagen het liefst zo lang mogelijk. Als je kind zichzelf optrekt en kan gaan zitten, is de wagen niet veilig meer en kan je kind er uit vallen. Dan is het tijd voor een wandelwagen.

Er zijn veel verschillende soorten kinderwagens te koop. Welke wagen je het best kunt kiezen hangt af waarvoor je hem wilt gebruiken. Reis je veel? Dan is een lichte wagen, die je makkelijk uit elkaar haalt, handig. Wandel je er vooral mee in de buurt, dan is een zwaardere wagen fijn. Daar passen boodschappen ook goed in.

Let bij het kiezen van een wagen vooral op de veiligheid van je kind.

  • De kinderwagen moet stabiel staan.
  • Er moet een rem op zitten die minstens twee wielen afremt.
  • Je moet de rem gemakkelijk kunnen bedienen.
  • Je moet je baby kunnen beschermen tegen de zon. Een kinderwagenparasol beschermt je kind het beste. Gebruik je een doek om je baby te beschermen tegen de zon en de wind? Zorg er dan wel voor dat er voldoende frisse lucht in de wagen komt. Sluit de kap dus nooit helemaal af.

Op Veiligheid.nl lees je meer tips over het gebruik van de kinderwagen en bijbehorende accessoires.

Wandelwagen of buggy

Als je kind eenmaal kan zitten, kun je een wandelwagen of buggy gebruiken. Let daarbij voor de veiligheid op de volgende zaken:

  • Zet je kind altijd vast met een gordel of tuigje, zodat het er niet uit kan vallen.
  • Kan je kind nog niet goed zitten, maar moet je toch overstappen naar de wandelwagen? Zet dan de rugleuning van de wandelwagen helemaal plat.
  • Let er tijdens het wandelen goed op dat de handen niet buiten de wagen hangen. Zo kunnen de vingers van je kind nergens tussen komen.
  • Zet de wagen altijd op de rem als je stilstaat.
  • Als je een tas meeneemt, kun je die beter in een net of een mand onder de wagen leggen. Als je hem aan de duwbeugel hangt, kan de wagen omvallen door het gewicht.

Op Veiligheid.nl lees je meer tips over het gebruik van de wandelwagen en bijbehorende accessoires.

Draagdoek of draagzak

Je kunt je baby vanaf de geboorte meenemen in een draagdoek. Kijk eerst hoeveel je baby moet wegen voordat je de draagdoek kunt gebruiken. In een draagdoek draag je je baby rechtop. Je moet deze doek zelf knopen. Het is belangrijk om er op te letten dat je baby vrij kan ademen en het niet te warm heeft. Vooral bij pasgeboren en te vroeg geboren baby’s moet je ervoor zorgen dat de kin van je baby niet op de borst ligt. Het kan zijn dat je baby dan moeilijker kan ademhalen. Let er verder op dat het hoofd, de rug en de heupen genoeg steun krijgen.

Je kunt je baby ook in een draagzak dragen. Kijk altijd even vanaf welke leeftijd en welk gewicht je baby in de draagzak mag.

Draag je kind nooit in een draagzak of draagdoek tijdens het koken, op de fiets, in de auto, op de motor of tijdens het sporten (bijvoorbeeld skaten).

Zelf lopen

Als je kind zelf kan lopen, kun je in het begin beter niet te lange wandelingen maken. De benen van je kind zijn nog kort, dus je kind is sneller moe. Houd ook goed in de gaten dat je kind niet wegloopt, want kinderen zijn nieuwsgierig en letten nog niet op het verkeer.