Angst

Jonge kinderen weten nog niet goed wat echt is en wat fantasie. Ze kunnen schaduwen op de muur van hun slaapkamer aanzien voor monsters, of ineens midden in de nacht bij je bed staan en zeggen: ‘Mam, er zit een spook in mijn kamer.’ Door die spoken en monsters kunnen ze bang worden om te gaan slapen.

Angst

De wereld van het kind

Sommige dingen begrijpt je kind nog niet. Als je zegt: ‘Het huis staat op zijn kop,’ kan je peuter daar echt van schrikken. Luister naar je kind en neem het gevoel van je kind serieus, want het is echt bang. Probeer te begrijpen hoe je peuter de wereld ziet. Ga bijvoorbeeld samen naar het spook kijken. Als je er een grapje over maakt, begrijpt je kind dit waarschijnlijk niet en zal het langer bang blijven dan nodig is. Je kunt kinderen ook voorbereiden op moeilijke situaties, bijvoorbeeld door erover te praten of door er samen een boek over te lezen.

Peuters maken elke dag dingen mee, die ze nog niet begrijpen. Misschien heeft jouw peuter nog last van verlatingsangst: hij ziet jou weggaan, maar snapt nog niet dat je weer terugkomt. Je peuter ziet dat er van alles verdwijnt in de stofzuiger, maar snapt niet dat hij zelf niet in de stofzuiger past. Wat oudere kinderen zien op televisie een grote brand en zijn bang dat hun eigen huis ook in brand gaat. Omdat kinderen nog niet alles van het leven begrijpen, zijn ze vaker angstig dan volwassenen.

Angst kan versterkt worden

Angst kan worden versterkt, bijvoorbeeld door enge films, spookverhalen of bangmakerij door andere kinderen. Maak je kind nooit bang. Soms doen we dit zonder dat we het in de gaten hebben, bijvoorbeeld als je erg schrikt van een spin.

Hoe ga je om met kinderangsten?

  • Probeer kalm te blijven en probeer niet te veel je eigen angst te laten zien. Je kunt natuurlijk wel zeggen dat jij iets ook spannend of een beetje eng vindt.
  • Neem het gevoel van je kind serieus, want het is echt bang. Benoem die gevoelens op een rustige manier. Zeg bijvoorbeeld: ‘Ik merk dat je bang bent voor die hond.’
  • Stel je kind gerust en probeer samen de situatie aan te gaan, maar forceer niets.
  • Geef je kind meteen een compliment als het lukt rustig te blijven in enge situaties.
  • Help je kind stap voor stap zich over angsten heen te zetten. Bij angst voor honden kun je bijvoorbeeld eerst eens samen naar plaatjes van honden kijken, dan eens voorzichtig een kleine hond aaien en daarna een grotere.
  • Bouw de steun in enge situaties langzaam af. Als je kind bijvoorbeeld achter je kruipt als jullie een hond tegenkomen, moedig het dan de volgende keer aan dicht naast je te blijven lopen en de keer daarna alleen je hand vast te houden.

Vind je dat je kind te veel last heeft van angst en wil je adviezen om de angst te verminderen, neem dan contact op met de Jeugdgezondheidszorg of de huisarts.

Meer informatie als je kind vaak bang is, lees je op Thuisarts.nl.