Verlatingsangst

Sommige kinderen worden angstig als de ouder weggaat en beginnen te huilen. Deze angst heet scheidingsangst of verlatingsangst. Het is heel normaal dat je peuter zich aan jou vastklampt of bang is dat je niet meer terugkomt als je even weg gaat. Dat hoort bij de normale ontwikkeling.

Verlatingsangst

Verlatingsangst heeft te maken met angst voor het onbekende en het missen van bekende mensen en bekende situaties. Peuters kunnen zich verloren en onbegrepen voelen zonder hun ouders. Bij vertrouwde mensen die hen goed kennen, voelen ze zich veilig: daar kunnen ze van op aan. Dit heeft alles te maken met hechting. Als je kind wat ouder is raakt het niet meer zo van streek als jij weggaat. Je kind kan zichzelf dan geruststellen.

Wat kun je doen tegen verlatingsangst?

  • Heb je je kind naar bed gebracht, dan moet het alleen gaan slapen. Om je kind wat veiligheid te bieden kun je op de slaapverdieping nog wat gaan rommelen. Dan hoort je kind dat je nog in de buurt bent.
  • Het heeft geen zin om boos te worden, want je kind kan er niets aan doen dat het bang wordt.
  • Je kunt vertellen wat je gaat doen en je daar ook aan houden. Bijvoorbeeld dat je even naar de wc gaat en daarna weer terugkomt. Bij terugkomst roep je: “Daar ben ik weer, wat goed dat jij kon wachten.”
  • Je kunt benoemen wat je ziet bij je kind: “Je vindt het een beetje moeilijk dat ik nu wegga, he?”
  • Ga nooit zomaar ineens weg zonder afscheid te nemen. Dat kan je kind de volgende keer extra angstig maken. Je kind denkt dat je zomaar plotseling kan verdwijnen.
  • Je kunt duidelijke afscheidsrituelen maken als je kind naar het kinderdagverblijf of de oppas gaat. Bijvoorbeeld samen nog een puzzeltje maken of een boekje bekijken. Dan zeg je dat je weggaat. Vertel wanneer je je kind weer komt halen (na het spelen, na de boterham, na het slapen) en dat je gaat zwaaien. Maak die afscheidsrituelen niet te lang! Als je kind gaat huilen, laat je het troosten over aan degene bij wie je kind blijft.
  • Het helpt niet om weer terug te komen bij je kind als je ziet dat jouw kind huilt bij het afscheid. Het is dan voor je peuter onduidelijk of je wel of niet weggaat en het huilen wordt ‘beloond’ met jouw terugkeer.

‘s Nachts huilend wakker worden

Sommige peuters worden ‘s nachts wakker en gaan dan huilen. Dit kan een combinatie zijn van angst voor het donker en scheidingsangst.

Ga naar je peuter toe, probeer hem gerust te stellen zonder allerlei extra’s, zoals extra drinken of uit bed. Houd het contact kort. Je helpt je peuter als je elke dag een vast slaapritueel van ongeveer 20-30 minuten gebruikt. Het moeten rustige activiteiten zijn, zoals het voorlezen van een boek of praten over de dag. Het laatste deel van het slaapritueel is in de slaapkamer.

Tussen twee en vier jaar kan je kind allerlei angsten hebben (voor onweer, voor het donker, voor een beest onder het bed). Neem de angsten van je kind serieus. Benoem de angst van je kind en geef een korte uitleg: “Ik zie dat je schrikt. Wat een herrie! Een straaljager is een supersnel vliegtuig. Hij vliegt zo hard dat je hem niet kunt zien alleen maar horen. Gek, hè?”

Eenkennig zijn

Verlatingsangst is iets anders dan eenkennig zijn, dat met angst voor vreemden te maken heeft.